Hoewel de techniek achter een zonnestroomsysteem voor de gemiddelde doe-het-zelver wel een te nemen hobbel is, zijn er soms van die zaken waar je eenvoudig aan voorbij kunt gaan. Zo krijgen wij wel eens de vraag waarom een omvormer niet reageert terwijl alles exact op de juiste manier is aangesloten. Regelmatig blijkt dan dat geen rekening is gehouden met de opstartspanning van de omvormer. In dit blog gaan we dieper in op dit onderwerp en leggen we de gedachte achter de opstartspanning uit.
Het belang van opstartvermogen
Bij het opstarten van een omvormer is er een bepaalde hoeveelheid spanning nodig om het apparaat te activeren. Dit wordt de opstartspanning genoemd. De opstartspanning kan variëren, en is afhankelijk van het merk en model van de omvormer. Hoe hoog opstartspanning van jouw omvormer is kun je terugvinden in de datasheet van jouw omvormer.
Waarom is dit belangrijk? Nou, als het opstartvermogen niet voldoende is, kan de omvormer mogelijk niet inschakelen of in een herhaalde cyclus van in- en uitschakelen terechtkomen. Dit kan leiden tot prestatieverlies, storingen of zelfs schade aan de omvormer. Daarom is het cruciaal om het juiste opstartspanning te berekenen op basis van de specifieke omstandigheden van je zonnestroomsysteem.
Minimaal aantal panelen per MPP-tracker
De opstartspanning wordt bereikt door de som van de spaninng van alle panelen per MPP-tracker. Een MPP-tracker (Maximum Power Point-tracker) is een elektronische component in de omvormer die ervoor zorgt dat de panelen optimaal werken en de maximale hoeveelheid energie produceren.
Als de opstartspanning van jouw omvormer 200V is, en de spanning van jouw zonnepaneel is 40v per paneel, dan dien je dus minimaal vijf zonnepalen op de MPP-tracker aan te sluiten. In een eerder blog lichtten wij toe hoe je het maximale aantal panelen per MPP-tracker bepaalt met inachtneming van het temperatuurcoëfficiënt. Bij het bepalen van de minimale stringlengte werkt het temperatuurcoëfficiënt precies andersom. Als het warmer wordt daalt de spanning per paneel. Om dus te voorkomen dat de omvormer uitvalt dien je dus te rekenen met de spanning van een paneel dat in de volle zon staat. In Nederland is gangbaar te rekenen met een temperatuur van 70 graden Celsius. Laten we voor het voorbeeld uitgaan van een coëfficiënt van -0,35% per graden Celsius.
De berekening van het minimaal aantal panelen per MPP-tracker is als volgt:
Minimale aantal panelen = Vmppt min / Vmp bij 70 graden Celsius.
In het bovenstaande voorbeeld leidt het temperatuurcoefficient tot volgende voltageberekening. De temperatuur gaat voor de berekening 45 graden omhoog. Dat betekent dat de spanning van het paneel bij 70 graden afneemt met 15,75% (45 graden maal -0,35%) Dat maakt dat de spanning van het paneel 33,7V is. Om die reden is de minimale stringlengte 6 panelen.
De gedachte achter opstartspanning
Nu rijst mogelijk de vraag waarom een omvormer zijn benodigde vermogen niet gewoon van het net zou kunnen trekken. Het antwoord ligt in het streven naar zelfvoorzienendheid en het maximaliseren van de opbrengst van je zonnestroomsysteem.
Het doel van een zonnestroomsysteem is om zoveel mogelijk elektriciteit op te wekken met behulp van de zonnepanelen. Door vermogen van het net te trekken voor het opstarten van de omvormer, zou je in feite afhankelijk zijn van het net voor de initiële stroomvoorziening. Dit gaat in tegen het idee van zelfvoorzienendheid en kan leiden tot hogere energiekosten. Wil je losse zonnepanelen kopen maar kom je er zelf niet uit? Neem contact met ons op en wij helpen je graag bij het maken van je keuze!
